direct naar inhoud van 4.2 Bodem
Plan: Wijzigingsplan bouwvlak Ratumseweg 5
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1112BGRATUMSEW5-VA01

4.2 Bodem

4.2.1 Inleiding

Voor de bouw van een melkveestal op het perceel aan de Ratumseweg 5 dient een "binnenplanse wijziging" plaats te vinden.

De bodemtoets is gebaseerd op de aangeleverde informatie en beschikbare kennis op het moment dat deze notitie is opgemaakt. Wijzigingen in informatie of kennis kunnen ertoe leiden dat de bodemtoets niet meer adequaat is of komt te vervallen.

4.2.2 Archiefonderzoek

Het archiefonderzoek heeft het volgende aan het licht gebracht:

- voor zover bekend is niet eerder bodemonderzoek op het perceel uitgevoerd;

- er is geen (ondergrondse) tankinstallatie bekend (geen melding in StraTANK);

- de milieuvergunning is niet geraadpleegd, aangezien de vormverandering geen betrekking op de inrichting zelf heeft (er bevinden zich geen bodembedreigende onderdelen ter plaatse van de vormwijziging).

4.2.3 Bodemtoets

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening moet bij een bestemmingsplanprocedure in beginsel worden getoetst of de bodemkwaliteit de wijziging in de weg staat. Wanneer op betreffende perceeldelen geen (ernstige) bodemverontreiniging wordt verwacht, mag worden aangenomen dat er geen belemmeringen zijn voor de vormwijziging. In dat geval is bodemonderzoek in het kader van de bestemmingsplanprocedure niet noodzakelijk.

4.2.4 Conclusie

Op grond van de beschikbare informatie wordt ter plaatse van de perceeldelen waar de vormverandering betrekking op heeft geen ernstige bodemverontreiniging verwacht. De perceeldelen liggen braak en maken geen onderdeel uit van de fysieke inrichting. Het uitvoeren van een bodemonderzoek in het kader van de bestemmingsplanprocedure is dan ook niet nodig.

Voor de bouw van de melkveestal dient een omgevingsvergunning (bouw) te worden aangevraagd. Op dat moment wordt door de gemeente opnieuw beoordeeld of bodemonderzoek nodig is. De gemeente toetst dan of de bodemkwaliteit geschikt is voor de gebruikers van het bouwwerk. Het bouwwerk wordt niet gezien als "verblijfsruimte" . Dit betekent dat naar alle waarschijnlijkheid ook geen verplichting voor het uitvoeren van bodemonderzoek geldt. Bij de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt definitief beoordeeld of ontheffing van het verplichte bodemonderzoek mogelijk is.