direct naar inhoud van Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden, onderzoek en verantwoording
Plan: Henxelseweg 3
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1210BGHENXELSEW3-OW01

Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden, onderzoek en verantwoording

Het bestemmingsplan buitengebied, in welk grondgebied het perceel ligt, kent in artikel 35, lid 6 een wijzigingsbevoegdheid toe aan het college van burgemeester en wethouders. Deze bevoegdheid biedt onder meer de mogelijkheid om binnen de bestemming wonen meerdere woningen toe te staan. Dit artikel wordt ook in voorliggend geval toegepast.

Aan deze bevoegdheid is een aantal voorwaarden verbonden.

  • a. er mogen maximaal twee van de karakteristieke gebouwen zoals deze bestonden op 25 januari 2007 voor in totaal maximaal drie wooneenheden worden gebruikt (inclusief de voormalige eventuele gesplitste bedrijfswoning);
    De commissie cultuurhistorie heeft met betrekking tot de vraag of de schoppe als karakteristiek kan worden aangemerkt, advies uitgebracht. Deze luidt als volgt:
    - De verbouwing van de schoppe tot woonhuis biedt zeker mogelijkheden, en kan cultuurhistorisch gezien acceptabel zijn. Gezien het kwetsbare karakter echter, zo vrijstaand en vlak aan de openbare weg gelegen, dient er in het traject t/m de voltooiing er erg op gelet worden dat het karakter niet al te zeer wordt aangetast en dat er voldaan wordt aan de gestelde eisen daartoe, ook aangaande de indeling van het nieuwe "erf".- De commissie stelt voorts dat de bestaande indeling, muren en openingen (ramen/deuren) zo veel mogelijk moeten worden gehandhaafd. Voor een goede bewoonbaarheid kunnen eventueel ramen worden toegestaan in de vorm van openstaande varkensdeurtjes (waarin één raam zonder roedeverdeling en deurtjes als luik).Tevens zou in de houten topgevel een dergelijk luik kunnen worden aangebracht (met raam zonder roedeverdeling en kozijnen in kleur van de gevel).Ventilatiepijpen op het dak zo mogelijk in dakpankleur uitvoeren.

    Op het perceel bevindt zich nu één woning. Met de realisering van een woning in de schuur voldoet dit perceel aan de voorwaarde dat niet meer dan drie wooneenheden ontstaan.
  • b. alle overige voormalige bedrijfsgebouwen alsmede kassen, dienen te worden gesloopt, tenzij het monumentale of karakteristieke bebouwing betreft, en dienen voorts alle aanwezige kassen en overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, te worden gesloopt;
  • c.
    afbeelding "i_NL.IMRO.0294.WP1210BGHENXELSEW3-OW01_0005.jpg"
    412 m2 aan bijgebouwen zal worden gesloopt

    c. dient de inhoud van elke afzonderlijke wooneenheid minimaal 400 m3 te bedragen;

    De schhuur heeft een inhoud van ca. 684 m³. De bestaande woning Henxelseweg 3 heeft een grotere inhoud dan de schuur.
  • d. bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van maximaal de bestaande oppervlakte tot een absoluut maximum van 150 m2 per wooneenheid, met dien verstande dat het meerdere aan bijgebouwen en overkappingen wordt gesloopt, tenzij het karakteristieke bebouwing betreft;

    Hieraan wordt voldaan: zie onder b.
  • e. tevens wordt bepaald dat de oppervlakte die voor bewoning wordt gebruikt niet vergroot mag worden ten opzichte van de oppervlakte ten tijde van het nemen van het wijzigingsbesluit.

Hieraan wordt voldaan.

f. in de nabijheid gelegen functies en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;

Een toename met een extra woning binnen de bestemmings "Wonen" heeft geen wezenlijke consequenties voor de omgeving; de verbouw van een karakteristiek bijgebouw zal bijdragen aan een versterking van de landschappelijke waarden.

g. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;

Een wijziging van de agrarische functie naar wonen heeft geen consequenties voor de belangen van eigenaren en gebruikers van nabij gelegen gronden.

h. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden:

      • 1. dat bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden (zie Bodem);
      • 2. dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de bodem zullen worden verricht (zie Archeologie en cultuurhistorie);
      • 3. dat voldaan wordt aan het bepaalde in de Wet geluidhinder (zie Geluid);
      • 4. dat het financieel uitvoerbaar is.
        Het plan wordt in particulier beheer uitgevoerd.