direct naar inhoud van Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden en verantwoording
Plan: Schoolweg 4-6
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0294.WP1211BGSCHOOLW4E6-VA01

Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden en verantwoording

Het bestemmingsplan buitengebied, in welk grondgebied het perceel is gelegen, kent in artikel 35, lid 5 een wijzigingsbevoegdheid toe aan het college van burgemeester en wethouders. Deze bevoegdheid biedt de mogelijkheid om het agrarisch bouwvlak te wijzigen in de bestemming Wonen. Aan deze bevoegdheid is een aantal voorwaarden verbonden.

  • A. voor bewoning mag worden gebruikt de ten tijde van bedrijfsbeëindiging bestaande bedrijfswoning(en);
    Deze voorwaarde spreekt voor zich zelf.
  • B. het aantal woningen dient beperkt te blijven tot het bestaande aantal woningen dat op het moment van het nemen van het wijzigingsbesluit aanwezig is;
    Onderhavige wijziging strekt daartoe, maar neemt niet weg dat op basis van de gewijzigde bestemming er een afwijkingsbevoegdheid is gegeven, die op grond van een omgevingsvergunning de weg vrij maakt voor een splitsing van een woning. Het verzoek strekt mede daartoe.
  • C. in de nabijheid gelegen functies en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
    Hierop zal in de navolgende hoofdstukken op ingegaan worden. De wijziging heeft geen gevolgen voor in de nabijheid gelegen functies.
  • D. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    De wijziging in de bestemming Wonen maakt geen onevenredige inbreuk op de belangen van eigenaren van omliggende gronden. Hierop zal eveneens in de navolgende hoofdstukken op ingegaan worden.
  • E. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden:
    • 1. dat bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden;
    • 2. dat geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de bodem zullen worden verricht;
    • 3. voldaan wordt aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
    • 4. dat het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.

Ad 1, 2 en 3 - Deze aspecten worden in het navolgende hoofdstuk belicht. De conclusie is dat deze onderwerpen geen beletsel vormen voor de gewenste wijziging. Het plan is financieel gewaarborgd.